Eet onbewerkt en leef voor jezelf

Whole food

Ik gebruik vaak het woord whole food. Je zou je kunnen afvragen wat betekent dit nu. In het Nederlands zou je dit het best kunnen vertalen als natuurlijk en puur.

Onderstaande schema vond ik terug op de website van Lisa Leake en haar familie die de uitdaging aangingen om 100 dagen onbewerkte voeding te eten. Hierin staat weergegeven waaruit een onbewerkt voedingspratroon moet bestaan.

Whole food is dus

  1. Voeding in zijn natuurlijke en pure toestand
  2. Groenten en fruit. Per dag 7 porties groenten en fruit eten met een voorkeur voor groenten (bron). Een portie fruit is wat in een handpalm kan en een portie groenten is 80gr. Kies bij voorkeur voor verse producten, maar indien dit niet mogelijk is, kan ook gekozen worden voor diepvriesproducten. In elk geval zijn groenten en fruit uit blik of
    bokalen uit ten boze (bevatten zout of andere conserveermiddelen). In pure groenten en fruit kan men natuurlijk ver gaan, want het gebruik van pesticiden en groeihormonen maken dit concept moeilijk. Ik
    blijf echter groenten en fruit in de supermarkt kopen.
  3. Koolhydraten. Kies voor 100% natuurlijke koolhydraten. Deze zijn granen (quinoa, havermout, volkoren rijst, volkoren pasta, ...), aardappelen en peulvruchten (kikkererwten, linzen, ...). Meer hierover beschijf ik in mijn rubriek over suiker.
  4. Eiwitten. Eiwitten vind je in vlees, vis, eieren, melkproducten en peulvruchten. Als Indigo wou ik al van jongs af geen vlees eten. Met de jaren ben ik een pescotariër (geen vlees wel vis, eieren en melkproducten) geworden. De maatschappij verplicht ons ergens om als vegetariër of pescotariër vlees op ons te vervangen. Een bord bestaande uit koolhydraten en groenten is uit ten boze. Hierin speelt de industrie perfect in door een ruim assortiment vegetarische burgers te verkopen. Maar al deze vegetarische burgers zijn enorm bewerkt. Binnen de vleesvervangers zijn enkel tofu en tempeh volwaardig, waarbij een voorkeur gaat naar tempeh. Over de melkproducten verwijs ik graag naar een aparte rubriek.
  5. Vetten. Vetten zijn belangrijk en bespreek ik verder in een aparte rubriek.
  6. Noden en zaden.